woensdag 12 november 2014

Klimaatdiscussie: onzin en onbegrip

Het verbaast me steeds weer, en steeds meer: de enorme kloof tussen het actuele wetenschappelijk inzicht in de oorzaken en omvang van klimaatverandering enerzijds, en de gebrekkige kennis daar over in de maatschappij anderzijds.

Zeker de helft van de mensen met wie ik mijn persoonlijke zorgen bespreek - vrienden, familie, soms collega's - denkt dat het wetenschappelijke inzicht in klimaatverandering nog in de kinderschoenen staat. Dat de menselijke invloed op ons klimaat nog serieus ter discussie staat. Dat wetenschappers, journalisten en politici die waarschuwen voor de mogelijk zeer ernstige gevolgen van een verdere ongestoorde uitstoot 'de boel overdrijven', of slechts hun persoonlijke visie etaleren.

Zo heel gek is dat ook niet, want deze schets van de situatie krijgt nog steeds ruim baan in de media. Daar weegt de mening van mensen die die de mainstream klimaatwetenschap in twijfel trekken met regelmaat even zwaar, of zelfs zwaarder, dan bijvoorbeeld de inhoud van het recente IPCC-rapport, dat een compleet en breed beeld geeft van de huidige stand van de wetenschap (voor een heldere en zeer beknopte samenvatting in 18 tweets, klik hier).

En als wetenschappers met relevante kennis van zaken een weerwoord proberen te bieden aan de klimaatnonsens die 'ontkenners' verspreiden (kijk ook eens hier), wekken ze daardoor soms onbedoeld de indruk dat er nog daadwerkelijk over feitelijke kennis te discussiëren vált.

Het is zeker dat de gemiddelde temperatuur van onze atmosfeer en oceanen sinds het begin van de Industriële Revolutie in een ongebruikelijk hoog tempo is gestegen. Een overweldigende hoeveelheid klimaatwetenschappelijk onderzoek uit de afgelopen decennia onderbouwt de stelling dat de door mensen veroorzaakte uitstoot van broeikasgassen de belangrijkste reden is voor die opwarming.
En hoewel de exacte verdere ontwikkeling van de wereldwijde temperatuur niet te voorspellen is - niemand heeft een glazen bol - onderschrijft zo'n beetje iedereen die verstand heeft van klimaatwetenschap de stelling, dat de verdere temperatuurstijging nog voor het einde van deze eeuw een niveau bereikt dat van de aarde een onaangename plek maakt om te leven. Niet alleen voor een groot deel van de mensheid, maar ook voor de plant- en diersoorten waar wij deze planeet mee delen.

(Voor een stoomcursus klimaatkennis kan ik overigens deze zeer leesbare pagina van The Guardian sterk aanbevelen; ook New Scientist heeft een ietwat verouderde, maar uitgebreide en heldere klimaatpagina.)

Inderdaad: de exacte toename van verschijnselen als droogtes, zeespiegelstijging, extreme regenval en stormen is door de wetenschap niet te voorspellen. Maar dát zulke verschijnselen vaker voor zullen komen - in het ene werelddeel overigens vaker dan in het andere - en dat ze gemiddeld ook heviger zullen zijn dan nu, dat staat onder klimaatwetenschappers eigenlijk niet meer ter discussie. 

Het is prima, zelfs noodzakelijk, om een debat te voeren over klimaatverandering. Maar: ga dat dan wel aan over zaken die daadwerkelijk nog ter discussie staan, en niet over bewezen feiten. Ik heb vorige week met verbijstering gekeken naar enorme opiniestukken in Volkskrant en NRC (inloggen vereist), waarin mensen zonder enige achtergrond in de klimaatwetenschap de ruimte kregen om achterhaalde visies en zelfs onwaarheden te verkondigen.

We kunnen het er over hebben welke risico's we bereid zijn te accepteren. We kunnen er over debatteren welke maatregelen we al dan niet noodzakelijk vinden om de uitstoot te beperken. We kunnen het oneens zijn over de beste manieren om die uitstoot bij te sturen.

Maar laten we wel ophouden met onzinnige debatten over het al-dan-niet van de opwarming zelf, of de invloed die het handelen van de mens daar op heeft.  Pas als die non-discussies eindelijk eindigen, krijgen mensen de kans zich een helder beeld te vormen van wat er op dit moment écht bekend is.

En ze hebben het recht dat te weten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten