De Keukentafelklimaattop is jarig: een jaar geleden schreef ik mijn eerste blog. Een mooi moment om de balans op te maken.
In dat blog zette ik veertien afspraken met mezelf op papier: beloftes om mijn carbon footprint te verkleinen. Van die beloftes brak ik er twee; aan vier houd ik me half-half; aan acht houd ik me goed. Bovendien kwamen er in de loop van het jaar veel nieuwe groene voornemens bij.
Is mijn leven echt veranderd? Ja. Al zit dat vooral in kleine dingen. Ik zocht (en vond) duurzamere alternatieven voor tal van dagelijkse rituelen. Vond ik het een jaar geleden nog vanzelfsprekend om veel koffie te drinken, nu is kraanwater mijn vaste drank. Ik ging steeds minder vlees eten en werd na een tijdje als vanzelf vegetariër. Ik ontdekte dat ik met gemak ál mijn 'nieuwe' kleding bij goede kringloopzaken kan vinden. Het werd een gewoonte om groente, fruit en zelfs brood in de winkel in mijn eigen katoenen zakjes te stoppen - geen plastic nodig. En zo zijn er veel meer kleine dingetjes, die alles bij elkaar een effect hebben op mijn ecologische voetafdruk.
Ook namen we grotere maatregelen. De vriezer ging (en bleef) bijvoorbeeld uit; de komst van isolatieglas betekende een flinke verbetering in de isolatiewaarde van onze woning; we stapten over op (echte!) groene stroom; mijn gruwelijk vervuilende Daewoo maakte eindelijk plaats voor een veel zuinigere Toyota Aygo (waarover op korte termijn nog een blog volgt).
Sommige dingen lukten juist niet goed, of niet snel genoeg. Die auto, dat is waar ik het meest mee in mijn maag zat. Ik reed tot een week of twee geleden nog steeds in een benzine slurpende, oude, veel te zware wagen. Dan kun je nog zo fanatiek in je zelfgemaakte deodorant staan te roeren (geen milieubelastende verpakking nodig!): ik wist best dat het afgezet tegen de uitstoot van die gammele bak weinig uitmaakte.
En soms komen 'groene beloftes' met elkaar in conflict. Zo nam ik me begin dit jaar voor voedselverspilling tot een minimum terug te brengen, onder meer door de restjes van mijn jonge dochters de volgende dag als lunch te gebruiken. Maar nu ik vegetarisch eet en zij niet, zie ik me weer vaker gedwongen eten weg te gooien.
Elke keuze brengt zijn eigen haken en ogen met zich mee. Dus blijft de doelstelling: stap voor stap groener. Steeds een klein beetje vooruit, binnen de mogelijkheden van het moment, op basis van de kennis die ik op een bepaald moment heb.
En hoewel ik niet altijd zo hard ga als ik eigenlijk zou willen - geld voor een elektrische auto of zonnepanelen is er bijvoorbeeld niet - ben ik toch tevreden over de zaken die ik wel gerealiseerd heb. Niet alleen omdat mijn carbon footprint het afgelopen jaar écht kleiner is geworden (vooral door anders te gaan eten). Maar ook omdat veel 'groene keuzes' me onverwachte zaken hebben gebracht. Leukere en originelere kleding bijvoorbeeld, de ontdekking van nieuwe en spannende smaken, een betere conditie.
Dus gaat de zoektocht door. Gelukkig maar. Want ik heb gemerkt dat groene keuzes niet alleen beter zijn voor de planeet, maar bijna altijd ook voor mij.
woensdag 28 oktober 2015
donderdag 1 oktober 2015
Lekker aan tafel de wereld redden
Ik begin met een beetje lood in mijn schoenen aan dit blog. Omdat ik al weet wat de conclusie van het verhaal wordt. En ook dat ik er nog niet aan toe ben om daarnaar te handelen.
Ik schreef al veel vaker over de milieueffecten van ons voedingspatroon; over de broeikasgasemissies, het watergebruik en het landgebruik die samenhangen met ons dieet. Aanvankelijk zette ik die informatie persoonlijk om in een flexitarisch weekmenu: vier dagen zonder, drie dagen met vlees of vis.
Maar hoe meer ik me verdiepte in de herkomst van vlees en vis, hoe meer de consumptie ervan me tegen ging staan. Er kwam gewoon een dag waarop het idee een dood dier in mijn mond te stoppen, met alle gevolgen van dien voor onze planeet en de dieren zelf, zo'n weerzin bij me opriep dat vlees eten sowieso volkomen onlogisch leek. Dus was ik ineens vegetariër, een beetje van de ene op de andere dag. Het eindstation van een natuurlijk proces. En weet je: zelfs met een jong gezin dat verder wél een aantal dagen per week vlees eet, blijkt vegetarisme eenvoudig en prettig.
Het suste mijn geweten ook fijn, want een vegetariër stoot 36 procent minder CO2-equivalent uit dan een vleeseter. Lekker een beetje aan tafel de wereld redden.
Maar - daar komt dat lood in mijn schoenen - je kunt ook nog veganist worden: alle dierlijke producten gedag zeggen. Geen ei meer eten, geen melk, geen yoghurt, geen room. Met een volledig plantaardig dieet vermindert je uitstoot in CO2-equivalent met tot wel 70 (!) procent.
Volgens het PBL legt de productie van vlees en zuivel beslag op liefst 80 procent van alle landbouwgrond in de wereld. En in dit rapport van het WNF, waar ik al eerder naar verwees, kun je nalezen hoeveel water nodig is voor de productie ervan. Of kijk eens in dit rapportje: de productie van een liter koeienmelk leidt tot de uitstoot van zo'n 1.000 gram CO2-equivalent per liter; voor sojamelk is dat circa 360 gram. Met een voedingspatroon zonder dierproducten kun je de negatieve effecten van je voedselconsumptie sterk terugdringen.
Nog veel meer informatie over de milieuvoordelen van veganisme vind je (met bronvermelding) op de website van Cowspiracy, een mooie documentaire die sinds kort ook in Nederland op Netflix te zien is. Zie ook de infographic onderaan dit blog.
Veganisme is dus een logische keuze voor iemand die zijn milieu-impact wil minimaliseren. Alleen: ik ben er nog niet aan toe. Het lijkt me zo'n gedoe, bakken zonder boter, ontbijten zonder yoghurt. Het leven is al zo druk. En de gedachte nooit meer kaas te proeven...
Misschien groei ik er vanzelf naartoe, zoals ik er ook ineens klaar voor was om vegetarisch te eten. Maar vandaag is nog niet die dag.
Voorlopig ben ik dus een soort halfslachtige wannabe-veganist. Waar mogelijk laat ik de zuivel voor wat ie is; de veganistische mayonaise en broodsmeersels heb ik me inmiddels eigen gemaakt. En ik probeer minstens een keer per week een veganistische avondmaaltijd te koken. Erg lekker is bijvoorbeeld de harira van Hugh Fearnley-Whittingstall; het recept vind je hier.
Bovendien ben ik enorm fan geworden van de Vegetarische Slager, een merk vleesvervangers waarvan ook een aantal producten bij de Appie ligt. Goede imitatiekip, -spekjes, -braadworsten, -hamburgers: lekker en veganistisch. Kun je als beginnend vegetariër weer even terugvallen op vertrouwde recepten uit je vleesjaren. Heel fijn op dagen dat je niet de puf hebt voor een lekkere, maar tijdrovende stoofpot of maaltijdsoep. Met gewoon aardappeltjes, boontjes en een worst van de Vegetarische Slager zit je binnen een kwartiertje oerhollands en makkelijk veganistisch te eten.
Ik schreef al veel vaker over de milieueffecten van ons voedingspatroon; over de broeikasgasemissies, het watergebruik en het landgebruik die samenhangen met ons dieet. Aanvankelijk zette ik die informatie persoonlijk om in een flexitarisch weekmenu: vier dagen zonder, drie dagen met vlees of vis.
Maar hoe meer ik me verdiepte in de herkomst van vlees en vis, hoe meer de consumptie ervan me tegen ging staan. Er kwam gewoon een dag waarop het idee een dood dier in mijn mond te stoppen, met alle gevolgen van dien voor onze planeet en de dieren zelf, zo'n weerzin bij me opriep dat vlees eten sowieso volkomen onlogisch leek. Dus was ik ineens vegetariër, een beetje van de ene op de andere dag. Het eindstation van een natuurlijk proces. En weet je: zelfs met een jong gezin dat verder wél een aantal dagen per week vlees eet, blijkt vegetarisme eenvoudig en prettig.
Maar - daar komt dat lood in mijn schoenen - je kunt ook nog veganist worden: alle dierlijke producten gedag zeggen. Geen ei meer eten, geen melk, geen yoghurt, geen room. Met een volledig plantaardig dieet vermindert je uitstoot in CO2-equivalent met tot wel 70 (!) procent.
Volgens het PBL legt de productie van vlees en zuivel beslag op liefst 80 procent van alle landbouwgrond in de wereld. En in dit rapport van het WNF, waar ik al eerder naar verwees, kun je nalezen hoeveel water nodig is voor de productie ervan. Of kijk eens in dit rapportje: de productie van een liter koeienmelk leidt tot de uitstoot van zo'n 1.000 gram CO2-equivalent per liter; voor sojamelk is dat circa 360 gram. Met een voedingspatroon zonder dierproducten kun je de negatieve effecten van je voedselconsumptie sterk terugdringen.
Nog veel meer informatie over de milieuvoordelen van veganisme vind je (met bronvermelding) op de website van Cowspiracy, een mooie documentaire die sinds kort ook in Nederland op Netflix te zien is. Zie ook de infographic onderaan dit blog.
Veganisme is dus een logische keuze voor iemand die zijn milieu-impact wil minimaliseren. Alleen: ik ben er nog niet aan toe. Het lijkt me zo'n gedoe, bakken zonder boter, ontbijten zonder yoghurt. Het leven is al zo druk. En de gedachte nooit meer kaas te proeven...
Misschien groei ik er vanzelf naartoe, zoals ik er ook ineens klaar voor was om vegetarisch te eten. Maar vandaag is nog niet die dag.
Voorlopig ben ik dus een soort halfslachtige wannabe-veganist. Waar mogelijk laat ik de zuivel voor wat ie is; de veganistische mayonaise en broodsmeersels heb ik me inmiddels eigen gemaakt. En ik probeer minstens een keer per week een veganistische avondmaaltijd te koken. Erg lekker is bijvoorbeeld de harira van Hugh Fearnley-Whittingstall; het recept vind je hier.
Bovendien ben ik enorm fan geworden van de Vegetarische Slager, een merk vleesvervangers waarvan ook een aantal producten bij de Appie ligt. Goede imitatiekip, -spekjes, -braadworsten, -hamburgers: lekker en veganistisch. Kun je als beginnend vegetariër weer even terugvallen op vertrouwde recepten uit je vleesjaren. Heel fijn op dagen dat je niet de puf hebt voor een lekkere, maar tijdrovende stoofpot of maaltijdsoep. Met gewoon aardappeltjes, boontjes en een worst van de Vegetarische Slager zit je binnen een kwartiertje oerhollands en makkelijk veganistisch te eten.
Abonneren op:
Posts (Atom)