woensdag 13 mei 2015

Een vlot hemdje van fossiele brandstoffen


Dat de kleding die we kopen elders leidt tot heftige misstanden - dwang- en kinderarbeid zijn nog maar het begin van een akelig lange lijst - weten we allang. En de meeste stoffen waar we ons de hele dag in hullen hebben óók nog eens een stevige impact op het milieu. 

Elk jaar wordt wereldwijd zo'n 60 miljard kilo textiel geproduceerd. Stoffen die worden gemaakt van natuurlijke materialen, zoals katoen en wol, leiden in de regel tot een forse uitstoot van CO2. En aan het einde van het productieproces is vaker wel dan niet sprake van bleek- en verfprocessen met chemicaliën, die vervolgens rivieren en oceanen vervuilen.

Vrolijke kringlooptas.
Synthetische stoffen als polyester kun je evenmin duurzaam noemen. In de regel gemaakt met ruwe olie als grondstof. Dat ik nu een polyester hemdje draag, betekent eigenlijk dat ik me letterlijk heb gehuld in fossiele brandstoffen. Er zijn bovendien aanwijzingen dat plastic vezels uit deze materialen, die wegspoelen met het waswater, uiteindelijk deels in de plasticsoep belanden die onze oceanen vervuilt.

Maar ja: wat moet je daar als gewone consument mee?

Je kúnt een berg rapporten doorploegen om inzicht te krijgen in de herkomst van je kleding - zowel als het gaat om arbeidsomstandigheden, als om de milieu-effecten van bepaalde types textiel. Maar dat kost meer tijd dan de meesten van ons hebben. Bovendien moet je, om goed te begrijpen wat er precies staat, meestal beschikken over veel meer specifieke textielkennis dan de gemiddelde consument.

Er zijn wel lijstjes en onderzoeken die inzicht bieden in de milieu-impact van verschillende types textiel; polyester en conventioneel katoen kun je bijvoorbeeld beter laten hangen. Maar het is lastig die lijstjes echt als leidraad te gebruiken als je in de winkel staat. Het aantal beschikbare materialen en combinaties van materialen is zó groot, dat een gewone koper simpelweg het overzicht verliest.

Dus speel ik sinds een paar maanden gewoon vals. Al mijn kleding - op basics als hemdjes en sokken na - komt van kringloopzaken in de buurt. 
Als iemand anders mijn kleding vóór mij al heeft gedragen, omzeil ik de ethische keuzes die met arbeidsomstandigheden te maken hebben: die moeilijke keuzes heeft de eerste drager eigenlijk al gemaakt. En als het gaat om het beperken van broeikasgassen, is gebruikte kleding sowieso het beste. Hergebruik van textiel zou per kilo stof de uitstoot van 3,4 kilo CO2 besparen.
In Nederland belandt de meerderheid van alle textiel uiteindelijk nog steeds bij het restafval. 135 miljoen kilo textiel per jaar, om precies te zijn - dik 10.000 vrachtwagens vol. Slecht nieuws, omdat de productie van nieuw textiel leidt tot een enorme uitstoot van broeikasgassen en textielvezels in principe voor bijna 100 procent te recyclen zijn. 

Hier gaat alles wat nog in goede staat is dus naar de kringloop; wat gescheurd is of onder de blijvende vlekken zit, gaat naar een speciale textielcontainer. 

De lokale tweedehandszaken zijn zo goed, dat ik nu vaak betere en leukere kleding vind dan voorheen. Voor een spotprijs. Vanochtend nog: twee zomerjasjes, drie rokken, twee jurkjes, een fleurige bloes en twee tassen voor een totaalbedrag van 48 euro. Misschien niet helemaal in overeenstemming met de echte Gouden Regel van duurzaam winkelen: niet meer kleding kopen dan je echt nodig hebt.

Daar ga ik de volgende keer maar 's op oefenen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten